Worstenbroodjes e.d. |
Ingrediënten: Worstenbrood: 250 gr bloem 1 mespunt zout 1½ dl melk 15 gr gist 25 gr boter 250 gr mager varkensgehakt zout peper nootmuskaat 2 eieren 4 beschuiten Spek en uien broodjes: 500 gr tarwebloem 2 afgestreken tl zout 1 tl suiker 40 gr verse gist 2½ del lauwe melk 200 gr doorregen rookspek 1 grote theekop geroosterde uitjes Allerheiligenbrood: 15 gr verse gist 3 dl lauwe melk 550 gr bakkersbloem 1 ei losgeroerd 50 gr gesmolten boter 1½ tl zout 1½ tl kaneel snufje nootmuskaat 200 gr rozijnen 100 gr krenten 50 gr kleingesneden oranjesnippers 50 gr fijne witte suiker |
Bereidingswijze: Worstenbrood: Zeef de bloem boven een kom met het zout. Verwarm de melk lauwwarm en los de gist op in de lauwe melk. Smelt de boter in een pannetje en laat afkoelen. Maak een kuiltje in de bloem en giet er de gistoplossing en de gesmolten boter in. Kneed alles tot een mooi soepel deeg en laat dit, afgedekt met een vochtige doek, 1 uur op een warm plekje rijzen. Maak het gehakt aan met zout, versgemalen peper en nootmuskaat naar smaak, de eieren (houd wat eigeel apart)en de fijngemaakte beschuiten. Rol het deeg vervolgens uit op een met bloem bestrooide aanrecht tot een vierkante lap van een ½ cm dik. Snijd uit het deeg lapjes van 10 bij 8 cm en leg op elk deeglapje een rolletje gehakt. Rol de deeglapjes op, druk de naden wat aan en leg de worstenbroodjes met de naad naar onderen op een beboterde bakplaat. Laat de worstenbroodjes nog 15 minuten narijzen, bestrijk ze met wat eigeel en bak ze dan in een voorverwarmde warme oven (175 °C) in 30 minuten gaar en goudbruin. Dien de worstenbroodjes warm op. Spek en uien broodjes: Ontdoe het spek van zwoerd en snijd het in kleine dobbelsteentjes. Bak die uit tot er knapperige kaantjes ontstaan. Haal die uit het vet en laat ze goed uitlekken en afkoelen. Meng het deeg en voeg op het laatst de kaantjes en uitjes toe. Kneed het deeg daarna nog flink door. Laat het rijzen. Vorm er dan bolletjes van door er een lange rol van te maken en deze in gelijke stukken te verdelen. Leg ze op enige afstand van elkaar op een bakplaat. Laat de bolletjes nogmaals rijzen. Snijd ze van boven ruitvormig in. Laat ze met een doek bedekt nogmaals rijzen en verwarm de oven voor. Bak ze bij een temperatuur van ongeveer 220° C in ongeveer 20 minuten gaar en lichtbruin. De broodjes zijn gaar zodra ze hol klinken als men ze aan alle kanten beklopt. Allerheiligenbrood: Doe de gist in een kom en roer er de melk door. Gebruikt u gedroogde gist, laat het mengsel dan 20 minuten rusten. Roer er 100 gr bloem door. Laat het mengsel 30 minuten staan tot zicht schuim vormt. Klop er het ei en de boter door en zeef er de resterende bloem met de kaneel en nootmuskaat boven. Kneed alles tot een zacht, glad deeg. Werk er de vruchten en suiker door. Laat het deeg afgedekt met ingevette plastic folie 2 uur rijzen tot het dubbele volume. Sla het deeg in, druk er de luchtbellen uit en doe het over in een ingevette ronde vorm van 20 cm doorsnee. Laat het deeg afgedekt met ingevette plastic folie rijzen tot het dubbele volume. Verwarm de oven voor op 200° C. Bak het brood 30 tot 40 minuten tot het hol klinkt als u er tegen tikt. |