Champignons



Geschiedenis
1650
Wist je dat er al champignons zijn sinds 1650? Een meloenteler vlakbij Parijs
ontdekte op een dag dat er champignons op de (broei)mest van zijn meloenteelt
groeiden. Hij besloot deze nieuwe, exotische lekkernij commercieel te gaan
telen en te introduceren in exclusieve Parijse restaurants.

1780
Een Franse tuinman, Chambry, ontdekte in 1780 dat grotten een bijzonder goede
omgeving vormden voor de teelt van champignons: vochtig en koel. Ook anderen
kwamen tot deze conclusie, zodat de champignonteelt zich ontwikkelde in
grotten in en rond Parijs.

1825
De eerste champignons in Nederland werden pas in 1825 geteeld op een landgoed in
Haarlem. Het zou tot 1900 duren voordat in de mergelgrotten in Limburg op
grotere schaal champignons werden geteeld.

1900
Champignons werden rond 1900 alleen gegeten door mensen met veel geld. Deze
paddestoel was toen net zo exclusief als nu kaviaar en truffel. Er werden daarom
niet zoveel champignons gekocht. Voor een champignonteler was het dan ook
niet makkelijk om het hoofd boven water te houden.

1950
Pas na 1950 werd de champignon echt bekend bij de Nederlandse consument. Bekende
champignonteeltgebieden uit die tijd zijn Horst, Kerkdriel en Mook. Nu zijn
er meer gebieden in Nederland waar champignons worden geteeld, vooral in
het Zuiden van Nederland.

2002
Nederland is in de EU het grootste productieland wat betreft champignons en
staat op de derde plaats in de wereld. In teeltruimten met gunstige
groeiomstandigheden voor de champignons worden deze op natuurlijke wijze het
gehele jaar door geteeld.

Teelt en oogst
Teler
De doorgroeide compost wordt afgeleverd bij de teler, die er de teeltcellen mee
vult. Dit zijn ruimten waar stellingen met 5 of 6 teeltbakken als
stapelbedden staan opgesteld. De compost wordt afgedekt met een laagje dekaarde.
Deze dient ervoor om vocht vast te houden.

Mycelium
Champignons ontstaan uit mycelium (schimmeldraadjes). De schimmel wordt eerst
uitgezet op gesteriliseerde graankorrels. Daarna worden deze door de compost
gemengd en groeit het mycelium vanaf de graankorrels in de compost. Men
krijgt dan doorgroeide compost.

Compost
Champignons groeien op compost, gemaakt van een mengsel van paardenmest, stro
gemengd met kuikenmest en gips. De kwaliteit van de compost is bepalend voor
de kwaliteit van de champignons. Dit composteren gebeurt op speciale
composteringsbedrijven.

Knopvorming
In de cellen groeit het mycelium vanuit de compost in de dekaarde. Aan de
oppervlakte vlechten de myceliumdraden zich samen tot strengen. Aan het eind van
deze strengen ontstaan bij de juiste luchtvochtigheid, temperatuur, en CO2
gehalte, witte bolletjes, de zogenaamde �knoppen�.

Champignons
Razendsnel ontwikkelen de knoppen zich tot champignons met steel en hoed. Als de
compost met dekaarde eenmaal goed doorgroeid is, staat het bed binnen een
week vol met smakelijke champignons die geoogst kunnen worden. De eerste
oogst wordt eerste vlucht genoemd. Meestal oogst men 2 tot 3 vluchten.

Champost
Na 6-7 weken, waarvan 3-4 oogstweken, wordt de teelt be�indigd. Er is dan zo�n
30 kg champignons per vierkante meter geproduceerd. De teeltruimten worden
leeg gemaakt.. De compost, �champost� genoemd, is een goede bodemverbeteraar
en wordt gebruikt door tuin- en akkerbouwbedrijven.

Soorten
Witte champignon
De meest bekende champignon is de witte champignon. Deze is veelzijdig toe te
passen in de keuken. Geschikt voor elk moment van de dag, van ontbijt, lunch
tot diner. Wat dacht je van een salade met champignons, een champignonomelet
of een tortilla gevuld met champignons!

Kastanjechampignon
De kastanjechampignon is � na de witte champignon � de meest geteelde eetbare
paddestoel in Nederland. De kastanjechampignon heeft een lichtbeige tot
bruine hoed in plaats van wit. Het vruchtvlees is wat steviger en aromatischer.
De smaak is licht nootachtig. Heel geschikt voor salades.

Reuzenchampignon
De reuzenchampignon, de grote broer van de witte, heeft een hele grote hoed.
Heel geschikt om te vullen met bijvoorbeeld kaas, gehakt, tonijn, spinazie of
kruidenboter. Even in de oven� en klaar!

Akkerpaddestoel
De akkerpaddestoel of anijschampignon heeft een anijsachtige smaak en geur. De
kleur van de hoed is lichtgeel. De steel is langer dan die van de witte
champignon en de hoed kleiner maar hoger. De akkerpaddestoel wordt op kleine
schaal geteeld.

Portabella
Portabella is een mooie naam voor een grote kastanjechampignon. De Portabella
wordt op een speciale wijze geteeld. Deze grote, vlezige champignon kan in z�n
geheel of in plakjes worden gebakken of gegrilleerd. Lekker met kruiden en/of
geraspte kaas wanneer je bijvoorbeeld een dagje geen vlees wilt eten.
Home